Rondwandelen over een onbewoond eiland
Wie het Canarische eiland Fuerteventura bezoekt moet zeker ook een dagtrip maken naar het kleine eiland Islote de Lobos, twee kilometer ten noorden van de toeristische havenplaats Corralejo. Net als Fuerteventura is ook dit eiland ontstaan door vulkanische activiteit. Het eiland is bezaaid met hornitos (oventjes), kleine vulkaankegels die zijn ontstaan boven gasbellen in een lavastroom die zo’n 8000 jaar geleden vanuit het binnenste van de Aarde naar het aardoppervlak vloeide. De naam Lobos is ontleend aan de mediterrane monniksrobben die er tot in de 19e eeuw leefden om er hun jongen groot te brengen. Door de jacht om de olie uit hun speklaag te kunnen winnen zijn deze dieren helaas uitgeroeid.
Met de boot
Om Lobos te bezoeken moet je een boottrip boeken bij één van de kraampjes bij de haven van Corralejo. Maar dit kan niet zomaar: om naar Lobos te varen is tegenwoordig speciale toestemming nodig die je kunt krijgen door het invullen van een formulier op een speciale website. Bij het kopen van een bootticket dien je deze toestemming te tonen. Een van de boten die je in een kwartier naar de overkant brengt heeft een glasbodem. Hier kun je zien dat de zee tussen Fuerteventura en Lobos niet diep is.
Josefina Pla
Bij de kleine veerhaven El Muelle is een informatiecentrum over het natuurpark Islote de Lobos. Vóór dit centrum staat de buste van de schrijfster Josefina Pla (1903-1999), die op het eiland is geboren als dochter van de vuurtorenwachter. Ze emigreerde naar Paraguay, waar ze bekend werd als journalist, radiocommentator en schrijfster van literaire werken. Bij het informatiecentrum kun je kiezen voor een rondwandeling met de klok mee of tegen de klok in. Wij kozen voor het laatste om later nog te kunnen beslissen of er tijd over is om de vulkaan Montaña de la Caldera te beklimmen.
Lamsoortjes
Na vijf minuten wandelen passeer je de kleine nederzetting: El Puertito, waar tot 1982 nog enkele families woonden. Sindsdien gebruiken deze families hun voormalige woningen nog als tweede huis en komen ze naar Lobos om te vissen of te zwemmen. Sindsdien is Lobos geen Isla meer maar een Islote, waarmee wordt aangeduid dat een eiland onbewoond is. Bij El Puertito zijn enkele strandjes waar veel toeristen neerstrijken. Wij gingen verder en liepen verder noordwaarts. Onderweg verbaas je je telkens weer over het surrealistische landschap van het eiland. Ook passeer je een zoutmeer, Las Lagunitas met bijzondere zoutminnende vegetatie, waaronder het alleen hier voorkomende lamsoor, dat in het begin van de zomer herkenbaar is aan de paars-roze bloempjes. Daarna volgt een stuifzandvlakte waar de vroegere eilandbewoners kalk wonnen.
Naar de vulkaan
In de verte doemt de vuurtoren – Faro Martiño – op waar je een goed uitzicht heb op heel Lobos en op het meest noordelijke Canarische eiland Lanzarote. Na een lunchpauze gingen we terug over het westelijke pad. Halverwege staat een wegwijzer richting de vulkaan Montaña de la Caldera (127 m). Het eerste deel van het pad is goed toegankelijk, maar bergop wordt het toch lastiger om de met vulkaanstenen aangelegde trappen te volgen. Bovenop heb je een prachtig uitzicht op de deels ingestorte krater en op de rest van het eiland. Terug is op de driesprong is het nog een half uurtje voordat je de aanlegsteiger bereikt.
Afstand: 10,9 km
Moeilijkheidsgraad: gemiddeld. Laagste punt: 0 m, hoogste punt: 127 m. Terrein: onverhard pad met hier en daar lavastenen. Op de Montaña de la Caldera ligt een met stenen aangelegde trap.
Bereikbaarheid: met de veerboot vanaf Corralejo.
Literatuur: Rolf Goetz, Fuerteventura. De mooiste kust- en bergwandelingen. Rother Wandelgidsen. (Delft: Elmar, 2014, 1e druk), ISBN 978 90389 24502 (p. 30-35).