Waar de meeste routemakers de stad verlaten en op verkenning gaan op het platteland, landgoederen, in het bos of op heidevelden, blijft Kees Volkers bij voorkeur in de stad. De in 1954 in Vlaardingen geboren Volkers studeerde in Utrecht historische geografie en was enige tijd werkzaam aan de Utrechtse universiteit. Daar maakte hij onder meer cryptogrammen voor het Universiteitsblad. Zijn aandacht ging al vroeg naar industrieel erfgoed. Voor de Utrechtse uitgeverij Matrijs publiceerde hij boekjes over de industriële bedrijvigheid in Utrecht (1985) en de geschiedenis van het verkeersknooppunt Oudenrijn (1996).
Pieterpad
Na de eeuwwisseling ging Volkers zich ook toeleggen als routemaker. In 2001 verscheen van zijn hand de fietsgids Rondje Utrecht: fietsen rond het historisch hart van Nederland; in 2003 werkte hij voor het NIVON mee aan de totstandkoming van de wandelgids Utrechtpad. Wandelen door Utrechts valleien. Ook ontdekte Volkers het Pieterpad. Voor NIVON verzorgde hij de uitgave van de wandelgidsen, die hij voorzag van achtergrondinformatie en wetenswaardigheden over het Nederlandse landschap.
Urban walking
In 2008 legde hij samen met Anton Rosmüller met de uitgave van Wandelen buiten de binnenstad van Utrecht de basis voor een succesvolle reeks stedengidsen van uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig. In deze gidsen staat niet de historische binnenstad centraal maar juist de buitenwijken en de rafelranden van Nederlandse steden. Hij typeerde deze vorm van wandelen als ‘Urban Walking’. Na Utrecht maakte Volkers ook buiten-de-binnenstadgidsen over Rotterdam (2014), Eindhoven (2016) en Nijmegen (2019). In 2016 maakte hij samen met de stedenbouwkundige Paul Kurstjens de gids De mooiste Vinex-wandelingen. Onlangs publiceerde hij samen met zijn broer Hans een themagids met als titel Wandelen in havensteden. Van elke verkochte gids doneren de broers een euro aan Matchis, het Nederlands centrum voor stamceldonoren.
Mopperen en brommen
Volkers publiceert niet alleen wandelgidsen. Als freelance journalist en onderzoeker publiceert hij ook boeken over historisch erfgoed – zoals over verdwenen spoorlijnen – en de Nederlandse biercultuur. Als bierliefhebbers is hij ook actief als amateur-brouwer. In 2021 stelde hij een bundel reisverhalen samen onder de titel Groeten uit Baflo. Niet al te verre reisverhalen. De titel was ontleend aan een reis die hij ooit samen met een studievriend maakte naar het Noord-Groningse dorp. “We wilden we eens zien of daar inderdaad niets te beleven was, en dat klopte”. In de verhalen gaat hij op zoek naar de schoonheid van het alledaagse. Flip van Doorn typeert Volkers in Trouw als een knorrige oom. Niet per sé onsympathiek, maar wel iemand die mopperen en brommen tot een levenskunst heeft verheven.