Voor de gemiddelde burger is een bunker vaak maar een lelijke betonnen puist. Ze lijken verdwaald in het landschap, als ongewilde herinnering aan een voorbije (Tweede Wereld-)oorlog. Er werd dan ook lang niet naar omgekeken, behalve door ‘bunkergekken’, zoals ze zichzelf wel noemen. Stond er één in de weg, dan werd die lange tijd zonder veel bezwaar gesloopt. Daar is de laatste decennia langzaam maar zeker een einde aan gekomen. Veel militair erfgoed en het landschap eromheen wordt inmiddels beschermd.
Kazematlinies
Sinds een jaar of twintig zijn overal in Nederland verenigingen, stichtingen en losse particulieren bezig om aandacht aan ze te besteden en als het kan de overgebleven bunkers en kazematten te beschermen, te conserveren en een museale functie te geven. Daaronder bevinden zich de vele Nederlandse kazematlinies die ons land rijk is en die in 1940 de opmars van de Duitse vijand moesten vertragen. Eén van de gebieden waar nog veel Nederlandse kazematten te vinden zijn, is in het Land van Cuijk, gelegen ten zuiden van Nijmegen in het noordoosten van Brabant.
Militair erfgoed
Sinds enkele jaren is zelfstandig militair historicus Wim de Natris bestuurslid van de Stichting Militair Erfgoed (SME). Deze kleine stichting zet zich sinds 1998 voor het behoud, beheer en ontwikkeling van militair erfgoed en het landschap daaromheen. Net als haar veel grotere Stichting Menno van Coehoorn, werkt de SME landelijk. Menno van Coehoorn richt zich in de eerste plaats op bestudering, behoud en documentatie van militair erfgoed. Ze heeft bijna 1000 donateurs en vrijwilligers. De Stichting Militair Erfgoed heeft slechts een klein bestuur en opereert meer als een projectbureau voor externe projecten. Ze richt zich vooral op betonnen versterkingen uit de twintigste eeuw en de bijbehorende linies en het landschap dat daar onderdeel van was. Het gaat dan om Nederlandse kazematten, om Duitse bunkers ‑ bijvoorbeeld van de Atlantikwall ‑ en om bouwwerken uit de lange periode van de Koude Oorlog.
Objecten in eigendom
Anders dan Menno van Coehoorn heeft de SME ook objecten in eigendom. In totaal gaat het om zeven objecten op vijf locaties die door aankoop konden worden gered van de slopershamer. In de westhoek van Zeeuws-Vlaanderen, in Eede, is een luchtwachttoren uit de Koude Oorlog in eigendom. Ten zuidoosten van de stad Utrecht, in het westelijke rivierengebied van Gelderland, ligt een kanonkazemat in de Diefdijk, op het punt waar de dijk de snelweg A2 kruist. Daar is hij vanwege zijn opmerkelijke camouflagepatroon van olijfgroen en okergeel aan de rechterkant van de snelweg goed zichtbaar. De overige vijf objecten staan allemaal aan de Maas in het Land van Cuijk. Het gaat om twee kazematten bij de verkeersbrug in Grave, één bij de spoor- en fietsbrug bij Katwijk-Cuijk en twee opgeblazen kazematten ter weerszijden van de vroegere spoorbrug over de Maas in Oeffelt – nu een verkeersbrug. Het toeval wil dat door een omvangrijke gemeentelijke fusie per 1 januari 2022 ze alle vijf in dezelfde nieuwe gemeente Land van Cuijk zullen liggen.
Een fietsroute met een thema
Ondergetekenden – Mari Smits en Wim de Natris – studeerden beiden in Nijmegen en komen er nog vaak. Sinds Wim is toegetreden tot het SME-bestuur vroeg hij zich af of het niet mogelijk zou zijn om inhoudelijk iets te doen met de vijf SME-kazematten aan de Maas en de rest van wat van de Maaslinie bewaard is gebleven. In de ochtend en middag van 10 mei 1940 forceerden Duitse troepen in deze sector de doorbraak van deze linie. Met name de rivierkazemat Katwijk Zuid zit vol met granaatinslagen die van de aanval getuigen. In de kazemat sneuvelden verschillende Nederlandse militairen. De belangrijke spoorbrug tussen Gennep en Oeffelt op zo’n 12 kilometer ten zuiden van Katwijk viel echter zonder tegenstand in Duitse handen. Inmiddels had Wim ook gehoord dat de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed bezig is om iets te gaan doen met slagvelden uit de Tweede Wereldoorlog die wat minder voor de hand liggen. Daar voldoen de gebeurtenissen in deze uithoek van Nederland mogelijk aan.
Behalve deze inhoudelijke redenen was het ook zaak om namens SME de lokale vrijwilligersgroepen weer eens te bezoeken die gebruik maken van haar objecten. Een belangrijk moment was ook het gereedkomen van een fietsbrug direct naast de spoorbrug over de Maas tussen Mook en Cuijk. Die zou een fietsroute mooi kunnen verbinden met Nijmegen. Inmiddels is de nieuwe brug gereed. En misschien was ook een verbinding met de Peel-Raamstelling in Mill mogelijk. Kortom, allerlei aanleidingen, maar het geheel was nog niet veel meer dan een set leuke ideeën.
Geschiedenis en wandelen
Dit voorjaar maakten we dan eindelijk plannen om een fietsroute te verkennen. Mari is een ervaren routemaker – zij het van wandelroutes. We besloten op pad te gaan in de week dat normaliter in Nijmegen de Vierdaagse wordt gehouden. We wilden de routeverkenning combineren met een minivakantie en aansluiten bij het plan van Mari om op eigen gelegenheid van de laatste etappe van de Nijmeegse Vierdaagse te wandelen, die net als in 2020 ook dit jaar niet doorging. In 2020 hadden we dit ook gedaan. Wim wandelde toen vanaf Mook mee.
Mari is op het moment in Nijmegen werkzaam als parlementair historicus, maar zoekt daarnaast ook naar mogelijkheden om zijn wandelhobby te combineren met zijn vak. Afgelopen jaren heeft hij diverse wandelroutes ontwikkeld en gepubliceerd op deze website. Hieronder zijn zestien routes langs Nederlandse bedevaartplaatsen.
Buitenkans
Als historici en collega’s kijken wij uit naar mogelijkheden om samen zakelijk iets op poten te zetten, al leert de ervaring dat met het uitzetten van een route en het maken van een routegids in de regel weinig valt te verdienen. Maar dat kan in dit geval met een beetje geluk heel misschien toch anders uit gaan pakken. Een week nadat we hadden besloten om op pad te gaan, werd Wim gebeld door een omgevingsmanager van de provincie Noord-Brabant. Naar analogie van de projecten in het kader van het Rijkswaterstaatprogramma ‘Ruimte aan de rivier’ (als antwoord op de watersnood van 1995) werkt Noord-Brabant aan een plan met de naam ‘Ruimte voor de Maas bij Oeffelt’. De oude spoordijk en de oprit van de verkeersbrug naar Gennep blokkeren hier de Maasvallei en dat zorgt bij hoogwater voor een bottleneck. De bedoeling is om een onderdoorgang en een nevengeul te creëren, direct achter de twee SME-kazematten langs. Daarnaast staan aan de Maasoever nog tientallen andere kazematten. Het Maasplan kent ook een cultuurhistorische paragraaf. In een videoconferentie kreeg het stichtingsbestuur het aanbod om hierover mee te denken. Met een beetje geluk kunnen wij hier aanhaken met onze themafietsroute over 10 mei 1940.
Hoog water
Een week na de online vergadering met de provincie maakte de watersnood die Zuid-Limburg en aangrenzende gebieden in Duitsland en Wallonië trof duidelijk dat de nevengeul ook echt nodig is. Net voor het weekend dat wij wilden gaan verkennen had extreme regenval daar de boel op zijn kop gezet. Dinsdagnamiddag 20 juli checkten we in bij onze Airbnb in St. Agatha, enkele kilometers ten zuiden van Cuijk. Deze Airbnb staat direct achter de Maasdijk. En toen wij onze expeditie startten was het water pas twee dagen aan het zakken. De SME-kazematten bij Oeffelt waren maar net boven water gebleven. Daar liepen we dan ook vast, zoals we verderop zullen beschrijven.
De fietstocht
Wat was het plan? Eerst wilden we vanaf Cuijk via de Maas naar Grave fietsen voor een ontmoeting en rondleiding bij de SME-kazematten daar. Van daaruit wilden we de reis naar het zuiden vervolgen, langs de Peel-Raamstelling naar Mill, waar op 10 en 11 mei 1940 ook heftig is gevochten. Daar maakten we kennis met een vrijwilligersstichting die schoolgroepen ontvangt. Vervolgens was onze inzet om het tracé van de voormalige spoorlijn Boxtel-Gennep zo goed als mogelijk te volgen tot Oeffelt. De volgende ochtend hadden we nog een afspraak bij de kazemat in Katwijk-Cuijk.
Toen we op woensdagochtend 21 juli 2021 gingen fietsen zag Mari diverse mensen die op eigen gelegenheid bezig waren met hun alternatieve Vierdaagse. Mari zou dat twee dagen later ook gaan doen. We fietsten noordwaarts en konden bij de Maaskade in Cuijk niet verder. De kade had onder water gestaan en werd nog schoongeveegd; wij moesten de dijk volgen. We kwamen uit bij een van de kazematten bij Katwijk aan de Maas. Hier hadden we voor de volgende dag een afspraak staan. Dus op naar Grave.
Grave
In Grave hadden we om tien uur een afspraak met de lokale vrijwilligers. Onderweg werd duidelijk dat we iets later zouden komen. Via Linden en de Maasdijk reden we westwaarts en daarna maakten we een rit door het centrum van Grave richting de verkeersbrug. Bij de Kazemat-Noord, gelegen in uiterwaarden van de rivier, hadden we een afspraak met lokale vrijwilligers van het Graafs Kazematten Museum, onderdeel van de Stichting Graeft Voort. Wat Mari direct opviel, was dat het museum wordt beheerd door actieve militairen die zich nauw verbonden voelen met een stuk militaire geschiedenis. Na een hartelijke ontvangst en een kennismakingsgesprek bezochten we eerst de gerestaureerde kazemat Grave Noord en daarna zijn zuidelijke evenknie, die aan het einde van het voormalige fietspad langs de N324 in het verlengde van de verkeersbrug ligt. Beide kazematten vertellen niet alleen het verhaal van de verdediging van de brug op 10 mei 1940. De nadruk ligt vooral op de geallieerde opmars tijdens de Operatie Market Garden en de bevrijding van Grave op 17 september 1944. De kleine exposities zijn op gezette tijden ook voor publiek geopend. In de kazematten is verrassend veel ruimte. De kazemat Grave Zuid heeft bijvoorbeeld drie verdiepingen.
Mill
Nadat we afscheid hadden genomen gingen we verder. We volgden allereerst het fietspad langs de Graafse Raam, reden een stuk door de buitenwijken van Grave en kwamen toen uit in een gebied dat zich sinds 1940 heeft ontwikkeld tot een prachtig natuurgebied. Onderweg troffen we eerste serie van tientallen kazematten aan die deel uitmaakten van wat ooit Peel-Raamstelling was, een verdedigingslinie tussen de Maas bij Grave en Weert nabij de Belgische grens. Die linie was deels aangelegd langs bestaande rivieren en kanalen, maar tussen de Raam bij Mill en de Peel bij Griendtsveen moest een speciale vaart worden gegraven: het Defensie- of Peelkanaal. In dit deel van de linie kun je je nauwelijks nog voorstellen dat het schootsveld voor deze linie ruim tachtig jaar geleden volledig kaal was.
Asperges
Ten noorden Mill lieten we de Raam achter ons en fietsten we over een halfverhard fietspad langs het Defensiekanaal. Enkele kazematten vervullen hier een rol in een kunstproject. We reden door tot Mill, waar we een late lunchpauze hielden. Om 15:00 uur hadden we een afspraak met Theo Peters en Carel van Genugten van de Stichting Sporen van de Oorlog. Zij verzorgen educatieve rondleidingen langs de kazematten en langs de plek waar op 10 mei 1940 een Duitse pantsertrein op het voormalige Duits lijntje Wesel-Boxtel die linie via een kleine brug doorkruiste en de doorbraak forceerde. Toen de trein na het uitladen van Duitse troepen verderop op de plek terugkeerde, ontspoorde de trein omdat Nederlandse militairen alsnog de ijzeren staven (‘asperges’) tussen de sporen hadden gestoken.
Naar Oeffelt
Na uitleg bij de kleine spoorbrug door onze rondleiders ging de fietstocht verder. Ons doel was Oeffelt, waar in de uiterwaarden ter weerszijden van de voormalige spoorbrug over de Maas twee kazematten liggen. We volgden allereerst een stuk van de voormalige spoorlijn, maar bij gebrek aan weg of pad op het tracé volgden we daarna vooral de doorgaande weg tussen Sint Hubert en Haps. Daar hielden we rust bij een café.
Wim wilde nog eens kijken of er nog wat zichtbaar was van het voormalige gemeentehuis waar hij in 1990 anderhalve maand had gewerkt. Helaas, dit is na de gemeentelijke herindeling gesloopt. We fietsten verder. Ten oosten van Haps is het landschap de laatste jaren ingrijpend veranderd. Nabij de A73 is een groot industriegebied gekomen, waar we omheen moesten. We kwamen terecht op kleine landweggetjes. Pas na het kruisen van de spoorlijn Nijmegen-Venlo kregen we weer een indruk van het spoortracé. Aangekomen in Oeffelt passeerden we het voormalige station op weg naar de uiterwaarden. Uiteindelijk konden we de twee kazematten inderdaad bereiken, maar een route uitzetten was door het voorbije hoogwater nog geen optie. De route die we wilden volgen was nog afgesloten en nadat we langs het Veerhuis het fietspad langs de Maas wilden volgen, moesten we omkeren omdat de weg nog onder water stond!
Standhouden
Voor het verkennen van het laatste deel moesten we dus nog een keer terugkomen. Inmiddels was het 18:00 uur. We besloten dat het tijd was om te stoppen en iets te gaan eten in Oeffelt. De volgende ochtend hadden we nog een afspraak bij de SME-kazemat Katwijk Zuid, waar wij, samen met secretaris Gustaaf Boissevain van de stichting, een ontmoeting hadden met Henry Radt. Namens de kleine maar actieve Stichting Standhouden liet hij ons de kleine expositie in de kazemat zien. We sloten af met een kop koffie en een lunch in de theetuin die, heel handig, direct achter de kazemat ligt. Om kazematten voor toeristische doeleinden interessant te maken is zoiets natuurlijk een belangrijk pluspunt. Ook deze kazemat is op gezette tijden voor het publiek geopend.
Ook voor wandelaars
Inmiddels zijn we nog een dag terug geweest om de ontbrekende delen van de route te verkennen. Opnieuw hebben we daar een leuke dag aan gehad, maar met minder fietsen en dus minder vermoeiend. In Grave hebben we de route een stuk aantrekkelijker kunnen maken door al in de stad een pad langs de Raam te volgen. De route is in totaal 58 kilometer lang geworden, waarschijnlijk te lang voor de meeste recreatieve fietsers. Sommige delen, zoals de lommerrijke route door natuur en langs water tussen Grave en Mill, lenen zich ook goed als wandelroute. Op andere plaatsen zal dan wel een speciale wandelroute moeten worden verkend. Kortom, er valt nog genoeg te doen als wij een toeristisch aantrekkelijk product willen ontwikkelen!
Mari Smits en Wim de Natris